Nieuwe wetgeving: schulden van de consument

Wat betekent nieuwe wetgeving ‘Schulden van de consument’ voor je onderneming?

De incassopoot van Interius Advocaten, Invordering, neemt je mee in de nieuwe wetgeving ‘Schulden van de consument’. Wat betekent dit voor je onderneming? Met de inwerkingtreding van deze nieuwe wetgeving zijn er een heel aantal criteria die elke speler, betrokken bij de uitvoering van een minnelijke invordering, moet kunnen afvinken.

De nieuwe wetgeving genaamd boek XIX ‘Schulden van de consument’ is recentelijk toegevoegd aan het Wetboek van Economisch Recht (WER). Deze wetgeving bevat zowel bepalingen over de gevolgen van betalingsachterstanden van consumentenschulden ten opzichte van ondernemingen (Titel 1), als regels met betrekking tot de minnelijke invordering van consumentenschulden door schuldeisers of derden (Titel 2).

Het boek XIX bestaat dus uit twee titels waar we beknopt op inzoomen in de volgende alinea’s. Invordering begeleidt jouw onderneming op een professionele manier bij deze nieuwe wetgeving en de concrete toepassing ervan bij invorderingszaken.

Nieuwe wetgeving: schulden van de consument
Deze nieuwe wetgeving ‘Schulden van de consument’ zal voor heel wat ondernemingen een uitdaging vormen. Begin daarom op tijd aan noodzakelijke wijzigingen en laat onder andere de invorderingsprocedure van je onderneming op punt zetten door Invordering.

Titel 1 van boek XIX WER: betaling van consumentenschulden aan ondernemingen

In Titel 1 van boek XIX WER worden diverse algemene regels uiteengezet met betrekking tot de betaling van consumentenschulden aan ondernemingen.

Een belangrijke vereiste die wordt geïntroduceerd, is dat een onderneming verplicht is om een eerste kosteloze herinnering aan de consument te sturen voordat schadebedingen kunnen worden toegepast. Deze eerste herinnering is onderworpen aan bepaalde voorwaarden.

Schadebedingen mogen pas worden toegepast na het verstrijken van een termijn van minimaal veertien kalenderdagen, die ingaat op de derde werkdag na verzending van de herinnering aan de consument. Als de herinnering elektronisch wordt verzonden, begint de termijn van veertien kalenderdagen op de dag na de verzenddatum aan de consument.

Omdat de wetgever van mening is dat schadebedingen vaak buitenproportioneel zijn en niet in verhouding staan tot de geleden schade, zijn er beperkingen opgelegd aan verwijlinteresten en zijn forfaitaire schadebedingen geplafonneerd.

Titel 2 van boek XIX WER: minnelijke invordering van consumentenschulden

De herziene versie van de wet van 20 december 2002 over de minnelijke invordering van consumentenschulden is opgenomen in Titel 2 van dit boek. Door deze wet op te nemen in het WER, zijn alle professionele minnelijke invorderingsactiviteiten onderworpen aan controle door de Economische Inspectie. Het is belangrijk op te merken dat advocaten, ministeriële ambtenaren of gerechtelijke mandatarissen die reeds de vereiste beroepsgaranties bieden, niet verplicht zijn om zich in te schrijven.

Daarnaast wordt er een nieuwe verplichting voor de schuldinvorderaar geïntroduceerd, namelijk de verplichting tot verificatie. Elke minnelijke invorderingsactiviteit begint met de verplichting om te controleren of aan de voorwaarden van Titel 1 van dit boek is voldaan met betrekking tot de bedragen die van de consument kunnen worden gevorderd. Aangezien schadebedingen strikt gereguleerd zullen zijn, is het belangrijk dat de schuldinvorderaar een initiële controle uitvoert en nagaat of de gevorderde bedragen voldoen aan alle beperkingen die zijn opgelegd aan schadebedingen.

Vanuit Invordering focussen we in dit deel specifiek op een scala aan vereisten waaraan elke partij die betrokken is bij de uitvoering van minnelijke invorderingsactiviteiten moet voldoen. We geven een beknopte, niet limitatieve weergave. We adviseren om over specifieke cases contact op te nemen met een gespecialiseerde invorderingspartner zoals Invordering om het invorderingsproces op een correcte manier te laten verlopen.

  • Elke minnelijke invorderingsactiviteit start met het verzenden van een ingebrekestelling naar de consument. Daaraan zijn wettelijke vereisten verbonden.
  • Zoals eerder vermeld is de schuldeiser verplicht een eerste herinnering naar de schuldenaar te verzenden. Indien de schuldeiser dat niet doet en de inning meteen aan een derde partij doorschuift, dan moet deze laatste een termijn van veertien kalenderdagen respecteren voor er verdere invorderingsstappen kunnen gezet worden.
  • Indien de consument een verzoek indient voor een afbetalingsplan of een redelijke betwisting kenbaar maakt, moet er gedurende die periode tijdelijk afgezien worden van verdere stappen.
  • Het is expliciet vereist dat de schuldinvorderaar elke overeenkomst met een consument over schuldbetaling bevestigt.
  • Het is de plicht van de schuldinvorderaar om de consument actief op de hoogte te stellen van alle schulden waarvoor een afbetalingsregeling geldt. Daarenboven moet hij de schuldenaar informeren van zodra de schuld volledig is voldaan.

Inwerkingtreding en voorbereiding

Met ingang van 1 september 2023, de eerste dag van de vierde maand na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt de wet van 4 mei 2023 in werking met betrekking tot toekomstige overeenkomsten.

Vanaf 1 december 2023, de eerste dag van de zevende maand na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, is de wet van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortvloeit uit een overeenkomst die vóór de inwerkingtreding van de wet is gesloten, op voorwaarde dat de betalingsachterstand zich voordoet na de inwerkingtreding van de wet.

Deze nieuwe wetgeving zal voor heel wat ondernemingen een uitdaging vormen en aanpassingen vragen. Begin daarom op tijd aan noodzakelijke wijzigingen en laat onder andere de invorderingsprocedure van je onderneming op punt zetten door Invordering.